Carmona gelegen in de provincie Sevilla is een van de oudste steden van Andalusië en was ten tijde van Julius Caesar, de machtigste stad van het laat-Romeinse Spanje. In het midden van de Vega del Corbones op de Alcores ligt de stad Carmona aan de oevers van de rivier de Río Guadalquivir.
In ongeveer 30 minuten bent u met de auto via de snelweg A-4 (40 km) vanuit Sevilla in Carmona.
Carmona is een van de oudste steden in Andalusië. Sinds de prehistorie is de plaats permanent bewoond, zoals blijkt uit de prehistorische vondsten. Feniciërs, Romeinen en de Moren beheersten het gebied rond Carmona. Fernando III. van Castilië veroverde de stad in 1247.
Direct door Carmona liep de Romeinse weg de Via Julia Augusta. Interessant uit de Romeinse periode zijn het amfitheater en de necropolis. De Moren bouwden een stadsmuur en lieten paleizen achter. In de oude stad Carmona is het Moorse erfgoed goed bewaard gebleven. Op een oude Arabische moskee, werd de kerk Santa Maria la Mayor gebouwd.
Bezienswaardig zijn de kerken van San Felipe en San Pedro. In het paleis Marqués de las Torres vindt u het plaatselijke museum van Carmona. Het paleis van de Aguilar, de Alcazar van de Puerta de Sevilla en het klooster van Descalzas zijn ook interessant. Op het hoogste punt staat de voormalige vesting, dat werd omgebouwd tot hotel/ restaurant ( Parador de Carmona) . Pure schoonheid, heerlijke gerechten en een prachtig landschap. Het complex biedt een prachtig zwembad, terrassen met uitzicht op het platteland en een mooie binnenplaats.
In Carmona bevinden zich ook meerdere golfbanen en een dierentuin, daarnaast zijn er mogelijkheden om paard te rijden en te wandelen.
De restaurants serveren heerlijke lokale gerechten. In de maanden oktober en november zal de flamenco cultuurweek worden gehouden, met diverse flamenco wedstrijden.